vrijdag, juli 07, 2006

In de praktijk: dance journalist


DANCE ALS CULTUURJOURNALISTIEK

"Nu moet je me toch eens vertellen wat je precies van plan bent?", vroeg de toenmalige chef binnenland van het ANP me met een verwarde blik in zijn ogen. Ik had hem aan het einde van mijn stage in 2002 een email gestuurd waarin ik mezelf aanbood als freelance verslaggever van grote dance-evenementen.

Hij gaf - als verantwoordelijke voor de cultuurredactie- met enige schaamte toe weinig tot helemaal niets te weten van dance. In ieder geval niet meer dan wat via politiepersberichten op de redactie terechtkwam. ‘Tien aanhoudingen en twintig pillen in beslag genomen bij houseparty’, dat was het wel zo’n beetje. Terwijl ik uit eigen ervaring wist dat er toch ook 40.000 mensen een fijne nacht dansen achter de rug hadden. Dat moest dus beter kunnen. Waarom geen sfeerverslagen en interviews met artiesten, net als bijvoorbeeld rondom een evenement als Pinkpop? Ik mocht op proef aan de slag.

Steun in de rug
Al in januari 2002 kreeg ik onverwacht een flinke steun in de rug in de vorm van een KPMG-rapport over de economische betekenis van dance in Nederland. Dansclubs en mega-evenementen als Sensation en Dance Valley bleken samen onder meer goed voor 11.000 banen en een half miljard euro aan omzet. Dat bericht haalde de voorpagina van de Nederlandse kranten.

Ook mijn diep in de nacht geschreven partyverslagen werden gretig overgenomen. Vooral toen de ANP-eindredacteuren het hadden opgegeven mijn sfeerverhalen keihard te herschrijven als nieuwsbericht (met het politienieuws als belangrijkste feiten…), begon de teller te lopen. Een verslag van Trance Energy in de Utrechtse Jaarbeurs haalde 12 dagbladen.

Groter en volwassener
Dance is sindsdien alleen nog maar groter en volwassener geworden. Anno 2006 staat Nederland onbetwist op nummer één in de wereld. Geen land heeft zoveel grootschalige feesten (800.000 bezoekers per jaar) of zulke populaire dj’s. Verder brengt het door stichting Conamus georganiseerde Amsterdam Dance Event jaarlijks een recordaantal van 1300 danceprofessionals uit de hele wereld bij elkaar. Dance is in Nederland dermate geïnstitutionaliseerd, dat er enige jaren geleden zelfs een brancheorganisatie is opgezet. De Belangen Vereniging Dance (BVD), waarin alle grote spelers op het vlak vertegenwoordigd zijn, is internationaal de enige branchevereniging in haar soort.

Bij de BVD zijn 24 party-organisatoren aangesloten, waaronder de ‘grote 5’ van Nederland. Dat zijn in volgorde van grootte ID&T (oa Sensation), UDC (oa Dance Valley), Q-dance (oa In Qontrol), Extrema (oa Extrema Outdoor) en Monumental (oa Awakenings).
Muzikaal is er sinds de ‘Summer of Love’ achttien jaar geleden veel veranderd. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig was er eigenlijk maar een stijl: house. De Vara-documentaire ‘House, gewoon uit je dak’ uit 1992 geeft een leuk beeld van die onstuimige beginjaren. Hij is makkelijk te vinden via video.google.com. Voor interviews met alle hoofdrolspelers binnen de Nederlandse scene is het boek ‘Door!, Dance in Nederland’ uit 2004 een aanrader.

Grofweg zes stijlen
Tegenwoordig is het scala aan elektronische stromingen vrijwel oneindig. Wie de botte bijl hanteert, kan dance grofweg onderverdelen in zes stijlen: house (funky), techno (vierkwartsmaat), trance (melodieus) , hardcore (gabber) en drum ‘n bass (breakbeat). Dat die stijlen tientallen substromingen als tekno, electro en hardstyle hebben voortgebracht, zegt veel over de ontwikkeling die de muziek heeft doorgemaakt. Hokjesgeest heeft in vijftien jaar plaatsgemaakt voor paringsdrift. Jazz flirt met house, klassieke muziek met trance, rock met techno.

Die variëteit maakt het leuk om over dance te schrijven. Ook het interviewen van dj’s kan voor popjournalisten een verademing zijn. In tegenstelling tot veel over het paard getilde en kapot gemanagede tienersterren zijn dj’s doorgaans erg openhartig en vooral: makkelijk bereikbaar. Uitzondering Tiësto daargelaten, is het regelen van een mobiel nummer en een interview een fluitje van een cent. Zelfs met ‘top-dj’s’ als Ferry Corsten en Armin van Buuren, die in het buitenland worden verafgood. En er is genoeg aanleiding om ze uit te horen: de zomerfestivals rijgen zich aaneen in juli en augustus.
(De Journalist)