vrijdag, april 28, 2006

Spelen met zand blijft leuk.


ZANDBAK VOOR GEVORDERDEN

De Zandacademie in Zoetermeer geeft cursussen zandsculpturen maken. Verslaggever Cyril Snijders dook de zandbak in en maakte een bouwwerk waar hij zo blij als een kind mee was.

Bof! Met een doffe klap komt er een einde aan mijn succesverhaal. De rechteronderhoek van mijn zandkasteel zakt in. Beteuterd bekijk ik de schade. Ik had het zand nog wel zo goed aangestampt van tevoren. Hoe kan dit nou?

Troostende woorden
Workshopleider en professioneel ‘carver’ Maxim Gazendam (24) heeft troostende woorden. “Het kan zijn dat de mal een beetje scheef stond en dat het water in die hoek is gelopen. Dan heb je daar een zwakke plek. Dat kan iedereen overkomen.” Oef, dat scheelt. Ik ben gelukkig niet de kluns van de groep.

Vanaf 30 april staat Scheveningen in het teken van het International Sand Sculpture Festival. Om te ontdekken hoe moeilijk het is om iets moois te maken van zand en water, heb ik me opgegeven voor een workshop bij de Zandacademie in Zoetermeer. En zit ik nu als een 5-jarig kind in de zandbak te spelen. En kom ik in drie stappen tot een ‘meesterwerk’.

Stap 1: Maak een blok.
Een goede zandsculptuur staat of valt met een goede voorbereiding, zo blijkt. Niks lekker krassen op een voorgefabriceerde blok zand. Die moet je zelf in elkaar zetten. Carven is niet voor watjes. Ik maak met vier planken en wat spanbanden een mal van een 60 kubieke cm, de standaard meeteenheid in de wereld van de zandsculpturen. Vervolgens is het flink aanpoten met zand en water. Ik maak telkens een laag van tien centimeter zand en gooi er dan een halve emmer water overheen. Vervolgens komt de stamper er aan te pas om het water in het zand te persen en de lucht uit het blok te halen. Na zes lagen is de mal vol en breekt het zweet me uit. Ik ben na een blok al oververhit. En stel me met verbazing voor hoeveel werk er in sculpturen van 15 meter hoog gaat zitten.

De Zandacademie geeft cursussen aan particulieren maar richt zijn pijlen vooral op bedrijfsuitjes en teambuilding-middagen. Cursusleider Gazendam krijgt alle typen mensen in zijn workshops. Gazendam: “Het is heel grappig om te zien hoe rollenpatronen hier door elkaar worden geschud. In de zandbak is iedereen weer kind en komt de natuurlijke ik naar boven. De koffiejuffrouw gaat ineens de orders uitdelen en de directeur voert ze uit. Status op het werk zegt niets over je aanzien in de zandbak.”

Stap 2: Creëer de basisvormen
Nadat ik, opgezweept door zonnige housemuziek, nog een tweede mal heb volgestampt met zand en water is het tijd voor het eerste spannende moment: het weghalen van de planken. Blijft mijn blok staan of zakt hij in mekaar zoals de zandkastelen uit mijn jeugd? Het blijkt een wonderbaarlijk stevig bouwsel te zijn dat een duwtje makkelijk weerstaat. Zandsculpturen kunnen maandenlang in de buitenlucht overleven, vertelt Gazendam. Dat komt doordat er jong rivierzand wordt gebruikt. Doordat het nog niet geërodeerd is, heeft het een hoekige structuur en is het goed stapelbaar. Met plamuurwerktuigen maak ik de eerste contouren van een dak. Het is belangrijk om van buiten naar binnen te werken omdat anders hele stukken zand kunnen afbreken. Die raad volg ik braaf op. Terwijl ik even later vervuld van trots naar mijn strak gemodelleerde dak sta te kijken, zakt een onderhoek van mijn kasteel in elkaar. Weg is de trots. Wat rest zijn meewarige blikken van mijn medecursisten.

Bij de Zandacademie is alles erop gericht om iedereen zich weer kind te laten voelen. Dat is heel subtiel gedaan en valt ook pas op nadat Gazendam wat dingen onder de aandacht heeft gebracht. Zo hebben de kleurig geschilderde landschappen op de muren bewust een hoge horizon en moet je op een hoge drempel klimmen om je jas te kunnen ophangen. Verder is de keuken gemaakt van speeltuinhuisjes en zit het aanrecht op okselhoogte. Zo komt iedereen in de juiste stemming en krijgt zelfs een stugge manager zin om met handen vol modder kastelen te bouwen en slotgrachten te graven.

Stap 3: Breng de details aan
Nadat ik het ‘inzakincident’ met hulp van de cursusleider heb verwerkt, ga ik druk aan de slag met het leukste onderdeel: ramen, deuren en dakpannen. Na technische aanwijzingen van goeroe Gazendam ga ik aan de slag met de dakpannen. Met kleine schraapmesjes maak ik met venijnig scherpe bewegingen sleuven in het dak, waardoor er een schaduwrand ontstaat en er al snel een indruk van dakpannen wordt gewekt. De zandsculpturenkunst heeft een heel scala aan trucjes waar je zelf niet op zou komen. Met schaduwen breng je diepte in je creatie en met plakken modder werk je foutjes weg. Tot op zekere hoogte kun je zelfs stukken erop plakken. Tijd voor een dakraampje dus. Dat blijft warempel zitten. Nu begin ik me echt te amuseren. Ik maak twee sierlijke bollen en een scherpe spits op mijn dak. Na het maken van een wandelgalerij op de eerste verdieping en een stuk baksteenstructuur schrik ik van de tijd. Die vliegt voorbij als je plezier hebt. Ondanks de veel mooiere sculpturen, die her en der in het gebouw verspreid staan, ben ik trots op mijn bouwwerk. En die ingezakte plek, die maak ik gewoon nog wat groter. En bedenk me met wat fantasie dat mijn kasteel een paar kanonslagen heeft doorstaan. Ik voel me weer helemaal kind. (AD)